Denken is goed; experimenteren is beter

De laatste drie boeken van Hans Achterhuis over utopieën (1989), geweld (2008) en neoliberalisme (2010) zien er imposant uit. Ze gaan over dingen die relevant zijn. Maar alle drie de werken overziende, kan er gesteld worden dat hij, zelfs na het doorpluizen van een ontzagwekkende hoeveelheid geschriften, uiteindelijk toch de zaak waar het hem (en mij/ons ook) om gaat, niet op een rijtje gekregen heeft. Hij slaat uiteindelijk eigenlijk op bijna alle fronten die progressieve mensen belangrijk vinden, de plank mis. Maar dat kan ook aan de op universiteiten heersende mores liggen. (Het verval van de universiteiten en wetenschapsopvattingen onder het regiem van het neoliberalisme is immers in alle sectoren van de samenleving zichtbaar en voelbaar. Wetenschappelijke en politieke kwakzalverij viert hoogtij.)

Achterhuis raakt in zijn boeken niet de kern dat elke maatschappijvorm een economisch experiment is, en gewoon moet worden beschreven op basis van hypotheses en theorieën van de construerende wetenschappen. Hij ziet en beschrijft niet dat – bijvoorbeeld - geweld met verdringingsprocessen samenhangt en onlosmakelijk samenhangt met de wetenschapsgebied van de evolutietheorie, maar ook met systeemdynamica. Het kapitalisme is een en al geweld.

Hij begrijpt niet dat economie en belangentegenstellingen samenhangen. Mensen (en achtergestelde landen) proberen via ‘trail-and-error’ hun positie te verbeteren. De mensen-maatschappij – in het Westen - wordt 'gaande de rit' gemaakt en is niet bewust ontworpen. Kapitalisme is een vorm van anarchie. Er zitten enorme systeemfouten in. Die worden er weliswaar af en toe uitgehaald, maar lossen de problemen van de gewone man – de loontrekkenden - niet op.

De bezittende klasse lost dingen logischerwijs op een andere manier op, dan de mensen die - met hoofd en/of handen - van werken afhankelijk zijn. Het kapitalisme gaat gepaard met miljoenen slachtoffers per jaar. Dat fenomeen wordt netjes weggemoffeld. De armoede in de wereld had al lang opgelost kunnen zijn. Communisten en socialisten willen dat economische systeem veranderen en doen er tenminste wat aan.

Filosofen horen ook te experimenteren. Net als men doet in alle andere wetenschappen. Het kapitalisme is ook experimenteren met mensen. Communisten en socialisten willen experimenteren met iets heel anders. De goede dingen kunnen (moeten) behouden blijven, maar het slechte moet verdwijnen. Daar hoort een filosoof aan mee te doen.

Economische systemen ontstaan en evolueren; kunnen falen of slagen. Af en toe wordt er door iemand een richting aan gegeven. Tweehonderd jaar geleden is het feodalisme, en 100 jaar geleden is het ouderwetse kolonialisme, naar de prullenbak verwezen. Daarna kwam het neo-kolonialisme. Ook dat verdween. Er zijn (momenteel) twee hoofdsystemen die al honderden jaren, als het ware, fungeren als real-time openlucht-laboratoria. Zes miljard mensen zijn daar momenteel bij betrokken. Iedereen is daar dus proefkonijn bij. Dat moet anders. Vijf miljard willen het anders. (De ‘99%’ van Occupy.) En die hebben het recht het te proberen!

Na lezing van Achterhuis' boeken kwam het bij mij opeens helder en duidelijk voor de geest: filosofen als hij moeten echt eens wat meer naar de evolutietheorie en de construerende wetenschappen gaan kijken. Wat deed hij eigenlijk al die jaren op de Universiteit Twente? Dat was toch juist zijn leeropdracht geweest die dingen te combineren en niet maar wat 'te filosoferen'? Vaak kloppen zijn analyses niet en oplossingen om het kapitalisme stabiel en vreedzaam te houden en te krijgen, biedt hij ook niet [1] [2] [3]. Eigenlijk zijn zijn beschrijvingen gebaseerd op metafysica; geloof. En metafysica is vergelijkbaar met alchemie. Een voorstadium van echte wetenschap. De meeste ideeën die hij beschrijft zijn niet gebaseerd op een materialistische analysemethode; en lossen dus niet veel op.

Het belangrijkste kenmerk van de filosofie is, dat zij probeert de wereld als één geheel te verklaren. Op welke wijze men de wereld beschouwt, hangt af van welk positie men in de maatschappij inneemt en van de mate van bewuste verwerking van ervaringen. Filosofie is echter niet (helemaal) waardevrij. Filosofie hangt van iemands positie af. Filosofie is daarmee een wereldbeschouwing. Hoe de bezittende klasse haar ziet en de loonafhankelijke klasse de wereld (haar wereld) ziet.

Voor progressief ingestelde mensen is het altijd van belang in staat te zijn de gecompliceerde problemen van de economie, het politieke en het geestelijke leven, te ontrafelen, hun eigen standpunt te formuleren en een wetenschappelijke analyse te maken van het hele verloop van de maatschappelijke ontwikkeling. Wetenschappelijke noties dienen niet alleen de fundamentele problemen van de wereldbeschouwing te omvatten, maar ook de dagelijkse menselijke activiteit. Daarom zijn verschillende vormen van bijgeloof, vooronderstellingen en sommige overleefde tradities verre van ongevaarlijk. De vorming van een wereldbeschouwing heeft een diepgaande invloed op de geestelijke samenstelling van het individu. Daarom, ofschoon het politieke bewustzijn van een individu en zijn maatschappelijke activiteit afhangen van zijn maatschappelijke status en de loop van de gebeurtenissen, komen deze alleen dan op een solide basis te rusten als hij de wetenschappelijke wereldbeschouwing leert beheersen. Want slechts die wereldbeschouwing geeft hem de kennis van de uiteindelijke doelen en idealen van de maatschappelijke strijd, van de manieren en methoden van die strijd voor een betere en vreedzamere wereld. Hans Achterhuis heeft dat niet goed begrepen en zijn analyses gaan daarom mank. De rol van geweld is volkomen idealistisch. Klassenposities ziet hij niet. De dialectiek begrijpt hij niet en de materialistische analyse-methode ziet hij niet zitten. Targets stellen en planmatig produceren, zoals men doet in een socialistische maatschappij, noemt hij utopisch. Achterhuis komt er in de drie bovengenoemde boeken voor de vooruitgang van de wereld, dan ook niet echt uit.

Voetnoten
[1] Achterhuis gelooft nog steeds in metafysica.
[2] Achterhuis heeft nog steeds niks op met verdedigend geweld.
[3] Achterhuis heeft niet door dat het stabiel houden van het kapitalisme een utopie is.

Enschede, 22 april 2012, Rik Min, kaderlid nieuwe communistische partij – NCPN www.ncpn-twente.nl